Akkerkool en Geel nagelkruid
Lapsana communis en Geum urbanum
Geel is een zonnige kleur, gele bloemen in een groene weide vallen al snel op. Bijen hebben een voorkeur voor gele bloemen en bezoeken ze dan ook graag. Geel in de natuur betekent ook vaak dat oplettendheid geboden is en misschien wordt er daarom ook vaak gezegd dat planten met gele bloemen giftig zijn. In sommige gevallen kunnen deze planten ook beter gemeden worden door paarden, een voorbeeld hiervan is het Jakobskruiskruid (Jacobaea vulgaris). Maar er zijn ook tal van voorbeelden die geen enkel probleem vormen, denk hierbij onder andere aan Paardenbloemen (Taraxacum officinale), Boerenwormkruid (Tanacetum vulgare) en de Gewone melkdistel (Sonchus oleraceus).
Noah en Molly zijn op dit moment ook helemaal gek van twee planten met allebei kleine gele bloemetjes. Voor mij natuurlijk een goede reden om deze twee planten eens nader te bekijken.


Akkerkool (Lapsana communis)
De grootste favoriet op dit moment is een hoge plant met fijne steeltjes en kleine gele bloempjes. Toen ik de ANWB-natuurgids er op nageslagen had bleek het om Akkerkool (Lapsana communis) te gaan. Een leuk weetje is dat de bloempjes alleen ’s morgens open zijn. Toen ik in de ochtend naar stal fietste om Noah en Molly te verzorgen, stonden de bermen aan de rechterkant van de weg vol met deze leuke gele bloempjes. Dan bedacht ik mij dat ik er foto’s van wilde maken maar dan vergat ik het toch weer. En wanneer ik er dan ’s middags weer langs fietste waren de bloempjes gesloten. Later vond ik op internet dat dit inderdaad het geval was.


Akkerkool kan 30 tot 120 cm hoog worden. Aan de lange dunne stelen zitten drie verschillende bladeren met onderaan de grootste, deze bestaan vaak uit drie delen en deze maken deel uit van de rozet die als eerste ontstaat in het voorjaar. Halverwege de stengel worden de bladeren kleiner en zijn ze eivormig en zowel deze als de onderste bladeren hebben een golvende bladrand. De bovenste blaadjes zijn klein en lancetvormig met een gave bladrand. De onderste bladeren kunnen licht behaard zijn en hoe verder naar boven hoe gladder de bladeren. De stengel zelf kan zowel groen als roodbruin zijn. De bloemen zijn geel en tussen de een en twee centimeter in doorsnede. De bloemblaadjes zijn een beetje langwerpig, vaak lintvormig genoemd, met een kleine kartel aan het einde. De bloei is van juni tot augustus, hierna worden de zaden gevormd die lang houdbaar zijn, tot wel vijf jaar.



In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden is akkerkool geen familie van de kool (de kruisbloemigen) maar behoort het tot de composietenfamilie. Het is echter wel zo dat Akkerkool ook gegeten kan worden. De bladeren kunnen jong geoogst worden, van april tot juni en net zoals spinazie bereid worden, ze hebben wel een bittere smaak. Akkerkool is een gemakkelijke groeier, zeker op een zonnige tot licht beschaduwde plek en een voedselrijke bodem. Daardoor komt hij ook zeer algemeen voor.

Waarom Noah zo gek is op Akkerkool weet ik niet precies. De bladeren zijn bitter van smaak en werken licht laxerend, dit merk ik ook aan zijn mest. In mijn kruidenboeken kan ik er verder niets over vinden. Op het internet vind ik wel dat akkerkool in het engels nipplewort wordt genoemd, hiermee zou gedoeld worden op de knop die de vorm van een tepel heeft en het kruid zou daarom ingezet kunnen worden bij pijnlijke tepels tijdens of na de borstvoeding. Maar dit lijkt mij bij Noah niet echt van toepassing 😉
Geel nagelkruid (Geum urbanum)
De andere plant dit op dit moment ook favoriet is, is geel nagelkruid. Deze plant had ik al vaker aan de rand van de bospaden zien staan maar nooit eerder hebben de paarden er interesse in getoond. De groeiwijze en bladvorm kwamen mij eigenlijk wel bekend voor. Ik keek er dan ook niet van op toen ik erachter kwam dat het om een nagelkruidsoort ging. Ik paste vroeger namelijk graag Geum coccineum toe in de tuinen die ik ontwierp. Dit is ook een nagelkruid met dezelfde bladeren maar dan met oranje bloemen. Deze komt hier van oorsprong niet voor terwijl geel nagelkruid wel een inheemse soort is.


Geel nagelkruid heeft net als Akkerkool kleine gele bloempjes op een lange steel maar dan geen lintvormige bloemblaadjes maar 5 stuks die rond van vorm zijn. De bloempjes zijn klein, zo’n één tot anderhalve centimeter in doorsnede en de bloei is van mei tot september. Na de bloei ontstaan er zaadjes waar kleine weerhaakjes aan zitten zodat ze aan de vacht van dieren kunnen blijven hangen. Op deze manier worden de zaden verspreid maar ze zijn nog niet zo erg als de zaden van de grote klis. De zaden zijn tussen de één en vijf jaar houdbaar. Je kunt ze het beste in het najaar zaaien want ze hebben een koude periode nodig om te kiemen.
De plant zelf komt een beetje rommelig over. De bladeren staan wel steeds met drie bij elkaar met onderaan de plant de grootste, naar boven toe kleiner en dan hebben ze vaak ook steunblaadjes rond de steel. Net als de steel zijn ze licht behaard en de bladrand is gezaagd.
Ik kom Geel nagelkruid veel tegen langs de bospaden. Ze houden dan ook van beschaduwde plaatsen met een licht vochtige bodem die matig voedselrijk is. Het is een typische plant die in stikstofrijke gebieden voorkomt. Het is niet onwaarschijnlijk dat je geel nagelkruid ook in stedelijk gebied aantreft. De latijnse naam Geum urbanum verwijst er namelijk naar.
In tegenstelling tot akkerkool is er heel wat informatie te vinden over de geneeskrachtige werking van geel nagelkruid. Geel nagelkruid is vernoemd naar kruidnagel, de wortel van Geel nagelkruid zou ook die smaak hebben, wat wel opmerkelijk is want nagelkruid komt van oudsher voor in Europa en kruidnagel wordt hier pas naartoe gebracht vanaf de 17de eeuw. De wortel bevat dezelfde stof die kruidnagel ook bevat, het zogenaamde eugenol dat tevens voor de geneeskrachtige werking zorgt.
Geel nagelkruid heeft een samentrekkende werking. Problemen aan de maag en het spijsverteringskanaal kunnen hiermee opgelost worden. Alle delen van de plant hebben ontstekingsremmende, bacterie-dodende, koortswerende en maagversterkende werking maar de wortel doet dit het beste. De paarden eten alleen de bloemen en het blad. De plant wordt niet alleen graag door paarden graag gegeten maar ook door koeien en schapen.
Juliette de Baïracli Levy beschrijft in haar boek ‘The complete herbal handbook for farm and stable’ dat Geel nagelkruid een veilige en zeer waardevolle plant is voor in de weide. Het zou onder andere het hart ondersteunen, maag en darmen versterken en de lever en milt reinigen.
Dat Geel nagelkruid een reinigend effect heeft op de lever kwam ik ook in het boek van Wolf – Dieter Storl ‘Meine Kräuter des Waldes’ tegen.


Ondanks het feit dat geel nagelkruid geen rol meer speelt in de moderne geneeskunde blijft het nog steeds een waardevolle plant voor de paarden. Dit geldt natuurlijk ook voor Akkerkool. Soms denk ik dat we alle planten al zo’n beetje in onze omgeving gezien hebben die de paarden graag eten. Maar ze weten toch nog steeds elk jaar weer nieuwe te vinden die een periode lang hun favoriet is.
Akkerkool en Geel nagelkruid worden beide besproken in mijn boek.
Bronnen:
ANWB-natuurgids, Ursula Stichmann-Marny
De historia naturalis, Marcel de Cleene
Meine Kräuter des Waldes, Wolf – Dieter Storl
The complete herbal handbook for farm and stable, Juliette de Baïracli Levy
www.ecopedia.be/planten/akkerkool
www.ecopedia.be/planten/geel-nagelkruid
www.hunebednieuwscafe.nl/2020/02/nagelkruid-medicinaal-en-eetbaar/
www.plantennamen.info/nederlandse-namen/akkerkool-lapsana-communis
www.mens-en-gezondheid.infonu.nl/natuurgeneeswijze/139559-de-geneeskracht-van-geel-nagelkruid.html
www.wilde-planten.nl/akkerkool.htm
www.wilde-planten.nl/geelnagelkruid.htm
Het voeren van de door mij besproken planten aan paarden is volledig op eigen risico. Ik beschrijf louter de observaties van mijn eigen paarden en ben geen arts of therapeut. Bij ziektes altijd een arts of kundige therapeut raadplegen.