Bijvoet en boerenwormkruid, de twee wormenkruiden

Bijvoet en boerenwormkruid, de twee wormenkruiden

Artemisia vulgaris en Tanacetum vulgare

Het grootste deel van het dieet van paarden behoort uit gras en hooi te bestaan. Andere planten, waaronder ook kruiden, hebben andere kwaliteiten die voor paarden waardevol kunnen zijn. De hoeveelheid die ervan gegeten wordt is wel aanzienlijk kleiner. Vaak zie ik het niet eens dat mijn paarden van een bepaalde plant eten omdat het dan maar een klein hapje tussendoor is. Daarom viel het mij ook extra op toen Molly heel uitgebreid in het vroege voorjaar van de eerste blaadjes van het boerenwormkruid at. Vorige week zaten bij de takken die ik geplukt had ook boerenwormkruid en bijvoet en ook toen was Molly van de partij en at ze het met smaak op. Tijdens onze wandelingen heb ik haar ook regelmatig ‘betrapt’ op het eten van deze beide planten. Dit is opvallend want Hanna en Noah aten er zelden van.

Ik heb al eens eerder wat geschreven over het ‘ontwormen’ van paarden op een natuurlijke manier. Door de paarden kruiden aan te bieden die een wormdrijvend effect hebben kan het paard de wormpopulatie in de darmen onder controle houden. Het is namelijk heel normaal dat paarden wormen hebben in kleine hoeveelheden. De wormdrijvende werking wordt vaak toegeschreven aan onder andere de bitterstoffen en de tannines die deze planten bevatten. Maar er is echter nog een stof die zowel in boerenwormkruid als in bijvoet voorkomt die ook voor dit effect zorgt. Dit is de stof thujon die in de etherische olie zit die deze planten bevatten. Thujon wordt niet alleen in deze twee planten gevonden maar komt ook voor in soorten van het geslacht thuja en chamaecyparis (coniferen) en in wilde marjolein (Origanum vulgare) en echte salie (Salvia officinalis). Het bekendst is misschien wel Artemisia absinthium oftewel alsem, waar thujon in voorkomt en dat gebruikt wordt om de sterke drank absint te maken. Een overdosering thujon bij de bereiding van absint kan leiding tot vergiftiging.

Mijn ervaring met alsem (Artemisia absinthium) en de paarden is dat ze het niet eten, deze plant is nog bitterder van smaak dan bijvoorbeeld bijvoet (Artemisia vulgaris). Daarom denk ik dat overdosering niet zo snel zal optreden maar wanneer er echt op therapeutische basis mee gewerkt gaat worden, tijdens een korte periode en een lage dosering, raad ik aan om dit met een ervaren therapeut te doen. Alsem staat in Nederland op de rode lijst dus wildplukken is niet toegestaan.

Bijvoet (Artemisia vulgaris)
Het geslacht Artemisia kent vele leden, een hele bekende is dus de Artemisia absinthium. Maar de meest voorkomende over de hele wereld is Artemisia vulgaris, ook wel bijvoet genoemd. Bijvoet komt zeer algemeen voor en kan als inheems beschouwd worden. Het liefst groeit hij op stikstofrijke zandbodem, deze kan dan matig tot vochtig zijn. Bijvoet groeit zowel in lichte schaduw als in de volle zon. De bloei van bijvoet is van juli tot september en de zaden die daarna gevormd worden kunnen lang bewaard blijven, ze kunnen hun kiemkracht tot wel vijf jaar behouden. Bijvoet kan tussen de 60 cm en 120 cm hoog worden. De stengels van de bijvoet zijn meestal groen maar kunnen ook naar rood/bruin verkleuren. Het blad is ingesneden getand en aan de bovenkant groen van kleur, de onderkant van het blad is grijs en licht behaard. De bloempjes zijn niet erg opvallend, ze vormen zilverkleurige pluimen die later naar bruin verkleuren.

Bijvoet is een plant die bij paarden graag gebruikt wordt. Het is echter wel zo dat hij vanwege de bitterstoffen vaak niet graag gegeten wordt. Bitterstoffen zijn normaal gesproken het signaal dat planten gemeden moeten worden daarom is het beter om de paarden hierin zelf te laten kiezen en spaarzaam te zijn met het aanbieden van kruidenmengsels met alleen maar planten die bitterstoffen, ook om gewenning te voorkomen. Bijvoet ondersteunt de darmflora waardoor de spijsvertering verbeterd wordt en de ontwikkeling van onder andere schimmels tegen wordt gegaan. Paarden met maagproblemen zoeken bijvoet graag op omdat het de maagsappen activeert wat verlichting brengt. Bovendien heeft bijvoet een eetlustopwekkende werking. Echter wordt het aanbieden van bijvoet afgeraden bij dracht tenzij je het in samenwerking met een fytotherapeut doet omdat bijvoet ook een baarmoederstimulerende werking heeft.

Boerenwormkruid (Tanacetum vulgare)
Zoals de naam boerenwormkruid al doet vermoeden is ook deze plant een van de planten die ingezet kan worden bij het verdrijven van wormen. Net als bij bijvoet is thujon hier verantwoordelijk voor maar ook hier zullen paarden door de bittere smaak er niet snel te veel van eten.
Boerenwormkruid tref je onder andere aan in bermen, akkerranden, ruigten, braakliggende grond maar ook in weiden. Deze plaatsen zijn dan meestal zonnig en de bodem is droog tot vochtig, matig tot zeer voedselrijk en zwak zuur.
Deze inheemse en overblijvende plant vormt pollen en kan een hoogte bereiken van 60 cm tot 120 cm. De lange stengels zijn stevig en worden taaier naarmate het groeiseizoen vordert waardoor ze lastig af te breken zijn. Boerenwormkruid bloeit van juni tot in september met ronde schijfvormige gele bloemhoofdjes die in een scherm bij elkaar staan.
Soms wordt boerenwormkruid verward met jacobskruiskruid (Jacobaea vulgaris subsp. vulgaris) wat ik me eigenlijk moeilijk kan voorstellen. Een groot verschil bij de bloemen is dat boerenwormkruid, in tegenstelling tot jacobskruiskruid, geen bloemdek heeft. Denk hierbij aan de witte blaadjes bij een madeliefje (Bellis perennis). De bloemen worden overigens graag bezocht door de kommavlinder en de vuurvlinder.

De bladeren van het boerenwormkruid lijken sterk op het blad van varens vandaar dat de plant in het duits rainfarn (bermvaren) wordt genoemd. Het samengestelde blad is veervormig met lancetvormige deelblaadjes waarvan de randen gezaagd zijn met een spitse punt eraan. Wanneer je boerenwormkruid wil zaaien moet je het zaad hetzelfde jaar nog gebruiken want het heeft een hele korte levensduur.
De heilzame werking van boerenwormkruid komt aardig overeen met die van bijvoet. Paarden zullen er echter alleen van eten wanneer ze er echt behoefte aan hebben omdat ook deze plant erg bitter is.

Wanneer je op internet op onderzoek uit gaat kom je voor zowel bijvoet als boerenwormkruid waarschuwingen tegen. Het eten van grote hoeveelheden zou grote problemen kunnen gegeven. Mijn ervaring is dat wanneer paarden een gevarieerde voeding aangeboden krijgen ze dan heel goed met planten als bijvoet en boerenwormkruid om kunnen gaan. Zelfs Molly die nog maar weinig ervaring heeft met de verscheidenheid aan planten wist al meteen dat het maar om kleine hoeveelheden per keer gaat.
Noah eet er niet vaak van, maar ik denk dat hij er precies genoeg van eet om zijn wormenpopulatie onder controle te houden want bij het laatste mestonderzoek had hij nauwelijks wormen.

Bronnen:
Kräuter für Pferde, Claudia Liath
The complete herbal handbook for farm and stable, Juliette de Baïracli Levy

www.askheltie.com/ingredienten-in-paardensupplementen-en-voeders/absintalsem/
www.ecopedia.be/planten/bijvoet
www.ecopedia.be/planten/boerenwormkruid
www.krauterie.de/wermut-pferde.html
www.plantaardigheden.nl/plant/beschr/gonnve/absintalsem.htm
www.wilde-planten.nl/bijvoet.htm
www.wilde-planten.nl/boerenwormkruid.htm
www.wikipedia.org/wiki/Thujon
www.wikipedia.org/wiki/Wermutkraut

Het voeren van de door mij besproken planten aan paarden is volledig op eigen risico. Ik beschrijf louter de observaties van mijn eigen paarden en ben geen arts of therapeut. Bij ziektes altijd een arts of kundige therapeut raadplegen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *