Bioritme
Om ons heen gebeurt alles in een ritme. Hierbij kun je denken aan dag en nacht, de seizoenen en de maan verdwijnt weer om een maand later weer vol te schijnen. We kennen het allemaal wel als ons ritme verstoord wordt. Een bekend voorbeeld hiervan is de zomer- en wintertijd. Deze door mensen bedachte verschuiving van de tijd verstoort bij velen het bioritme. Het is daarom ook niet raar dat over het verzetten van de klok nog steeds een discussie wordt gevoerd.
Paarden die vrij leven gaan in het ritme van de aarde mee. Paarden slapen bijvoorbeeld niet alleen ’s nachts zoals wij dat doen en ze trekken ook geen jas aan wanneer ze het koud hebben. Wanneer je je daar in mengt verstoor je dus hun bioritme.
Na de langste dag beginnen ze alweer met de voorbereiding van hun wintervacht en na de kortste dag start de voorbereiding van de zomervacht. De hoeveelheid daglicht bepaalt wanneer de rui begint. Maar ook de temperatuur heeft invloed, het kan namelijk zo zijn dat wanneer er een plotselinge koudeperiode optreedt in het voorjaar de rui tijdelijk stop wordt gezet. Dit was duidelijk zichtbaar bij Noah toen in februari van dit jaar er plotseling een dik pak sneeuw lag. Noah was al volop in de rui maar in die twee koude weken kwam het helemaal stil te liggen.
Het is dan ook goed voor te stellen dat kunstlicht in de winter het bioritme kan verstoren. Vaak zie je dat de lampen in de winter aan gelaten worden wanneer de paarden op stal staan omdat het vroeg donker wordt, dit heeft onder andere effect op de aanmaak van de wintervacht.
Maar ook een geïsoleerde stal, die hoeft nog niet eens verwarmd te zijn, verstoort het bioritme omdat de temperatuur behoorlijk kan verschillen met de buitentemperatuur. Een onnatuurlijke plotselinge temperatuurschommeling vindt plaats wanneer de paarden naar buiten of naar binnen gaan.
Ook een deken geeft een verstoring met betrekking tot de temperatuur. Zeker in het vroege voorjaar wanneer een paard met een winterdeken op in het voorjaarszonnetje staat krijgt hij het al snel veel te warm. Een deken belemmert ook nog de natuurlijke werking van de vacht. Doordat de haren niet op een natuurlijke manier rechtop kunnen gaan staan wanneer een paard het koud heeft kan hij het ondanks een dikke deken toch koud krijgen. Overigens houdt een paard zich niet alleen met zijn vacht warm maar ook van binnen uit door ruwvoer te verbranden.
Naast dieren volgen planten natuurlijk ook een bepaald ritme.
In het voorjaar ontstaan nieuwe planten doordat zaden ontkiemen. Meerjarige planten (bomen, heesters) lopen uit met jonge scheuten vanuit de knoppen die opengaan door de warmte van de lentezon. De jonge planten en nieuwe scheuten bevatten veel water, suiker, eiwitten en weinig vezels, veel energie dus om de plant te gaan laten groeien.
In de zomer komt dan alles tot bloei. De bloemen worden bestoven via de wind en door insecten zodat in de late zomer vruchten en zaden gevormd kunnen worden.
In het najaar komt alles tot rijping. De stengels en twijgen van de gewassen verhouten en de celwanden worden harder doordat ze meer lignine gaan bevatten waarna het afsterven begint. Bomen en heesters laten bladeren vallen en grassen worden dorre stengels doordat het daglicht minder wordt en wanneer de temperatuur ook gaat zakken kan dit proces nog versneld worden.
In de winter wordt alle energie teruggetrokken in de wortels, knoppen en in de zaden die op de grond zijn gevallen, er is een rustperiode aangebroken. Zij hebben de koude periode nodig om volgend voorjaar weer te kunnen kiemen.
Door de seizoenen veranderen dus de inhoudsstoffen van de planten en ik ben er van overtuigd dat dit voor paarden precies juist is om ze in balans en dus gezond te houden.
Daarom is het belangrijk om paarden altijd vers groen aan te bieden wat dus wel betekent dat dit in de winter minder is dan in het rest van het jaar. Ik zie ze dan terugvallen op de bladeren en stengels die ze het hele jaar niet eten. Dan zijn de oude bladeren van de braam in trek maar ook oude grashalmen, dode stengels van brandnetels en distels worden dan gegeten. De winter is ook de tijd om de reserves aan te spreken. Een heel jaar rond hetzelfde aanbod krijgen leidt alleen maar tot verstoring en de zogenaamde welvaartsziekten. Omdat we de paarden het hele jaar door hooi voeren is het juist van belang om ze ook toegang te geven tot andere ruwvoerbronnen om toch aan de juiste voedingsstoffen te kunnen komen.
De boven genoemde voorbeelden zijn slechts een paar van de vele verstoringen die je kunt veroorzaken door het onnatuurlijk houden en voeden van je paarden.
Verstoringen van het bioritme zoals bijvoorbeeld de verstoring van de werking van de vacht, verstoring van omgevingstemperatuur of verstoring van voeding leveren misschien niet direct problemen op. Maar het wordt een opstapeling die bijvoorbeeld zichtbaar wordt wanneer zomerexceem niet alleen meer in de zomer voorkomt maar ook in de winter. Herstellen daarvan kan zeker maar zal jaren in beslag nemen. Een proces dat in vele jaren is ontstaan kun je niet zomaar weer omdraaien, ook niet met poedertjes en middelen uit potjes.
In “Het grazen in landschap plantenboek – Wat paarden eten” wordt bij elke plant beschreven wanneer deze door de paarden gegeten wordt, zo krijg je een aardig beeld van het bioritme.
Bronnen:
Cursus Natuurlijke voeding voor paarden
Voeren of voeden
Blauwe Hengst, Natascha Bos
Pferdehufe ganzheitlich behandeln
Gesunde Hufe am gesunden Pferd
Hiltrud Strasser