Van observeren kan je leren
Al jaren wandel ik met mijn paarden door het bos. Sinds 3 jaar mogen ze tijdens het wandelen ook grazen. (Een paard weet wat het eet) Het grazen is, naast beweging, de hoofdreden dat we dagelijks onderweg zijn. Terwijl Noah en Hanna opzoek zijn naar datgene wat ze op dat moment het meest nodig hebben gebruik ik de tijd om ze te observeren.
Wanneer Noah en Hanna foerageren vallen mij een aantal dingen op. Het is bijvoorbeeld lastig om hoogte krijgen van wat ze wanneer (in welk jaargetijde) eten. Zo staat er tegenover de uitgang van onze weide een haag van meidoorn (Crataegus monogyna). Normaal gesproken eet Noah heel graag de bladeren zodra de knoppen maar ietsje open gaan, elk jaar is hij er dan ook al vroeg bij. Dit jaar was het anders en kreeg hij pas interesse in de bladeren toen de takken al volop in blad stonden. Tot de bladeren hun frisheid verliezen want dan is het weer wachten tot volgend voorjaar. En Noah heeft ook beduidend meer interesse in de meidoorn dan Hanna.
Sowieso is er een groot verschil in wat mijn paarden eten wanneer ze zelf de mogelijkheid hebben om te kiezen. Noahs voorkeur gaat eigenlijk het meeste uit naar grassen. Hanna daarentegen eet veel meer kruiden. Hierbij moet je in het voorjaar denken aan de jonge rozetten van de distels (Carduus), paardenbloemen (Taraxacum officinale) maar ook kleefkruid (Galium aparine). Maar bijvoorbeeld het blad van fluitenkruid (Anthriscus sylvestris) eten ze allebei graag. Een andere schermbloem is de gewone berenklauw (Heracleum sphondylium) waarvan Noah de bladeren heel graag eet en Hanna nauwelijks. Zelfs bij het eten van gras is er bij beide geen uitgesproken voorkeur aan te geven want wanneer Noah en Hanna de keuze hebben dan eten ze wisselend van halflang fris groen gras, lang ouder gras en van kort veel belopen gras. Dit wisselen gebeurt dan tijdens de wandeling.
Geplukte en aangedroogde brandnetels (Urtica dioica) eten ze allebei het hele jaar door graag. Noah wil nog wel eens in de winter de bijna afgestorven planten eten. Dit geldt trouwens ook voor de distels. Voor distels hebben ze alle twee ook een andere voorkeur. Noah eet graag de bloemen, hij loopt dan tussen de bloeiende planten door en plukt zo voorzichtig de bloemen eraf. Hanna eet liever in het voorjaar de jonge rozetten die nieuw opkomen.
Wanneer je bij grazende paarden staat heb je uitgebreid de tijd om eens te kijken welke planten er allemaal groeien. Deze foto’s zijn eind maart gemaakt, alleen al op dit kleine stukje is een verscheidenheid aan soorten planten te vinden.
Foto1: paardenbloem (Taraxacum officinale), distels (Carduus), vogelwikke (Vicia cracca), bijvoet (Artemisia vulgaris) en diverse grassoorten.
Foto 2: boerenwormkruid (Tanacetum vulgare), kleefkruid (Galium aparine), distels (Carduus), ereprijs (Veronica polita), paarse dovenetel, (Lamium purpureum) en diverse grassoorten.
Van heesters en bomen eten ze beide niet zo heel vaak. In beuken (Fagus sylvatica), linde (Tilia), wilgen (Salix) en zomereiken (Quercus robur) hebben ze alle twee maar een beperkte interesse. Wanneer ik afgeknipte takken meebreng en op de track neerleg eten ze er wel van maar ik denk meer met het idee, beter iets dan niets. Wanneer de bomen weer volop in blad staan willen ze er soms van eten maar dit was in de tijd dat ik nog reed met Noah en hij nog geen toegang had tot onbeperkt ruwvoer wel anders. Toen probeerde hij van elke boom wel een blaadje af te snoepen. Daarnaast is het mij opgevallen dat Hanna alleen bladeren en takken eet op ooghoogte. Zij strekt zelden haar hals om boven haar hoofd te eten en dit geldt ook wanneer ze van de meidoornhaag eet. Noah daarentegen eet het blad wat het lekkerste is, hij wil dan af en toe zijn hals hiervoor graag omhoog strekken.
Hier ben ik speciaal op gaan letten omdat er nu een ontwikkeling is die hoge hooinetten promoot wat ik een beetje apart vind. Er is namelijk een tijd geweest dat paarden uit hooiruiven aten die op ooghoogte of nog net iets hoger hingen. Met het gevolg dat ze stof in neus en ogen kregen wat de reden was dat men hiervan uiteindelijk is afgestapt. Ik begrijp het idee wel van de nieuwe trend want ze willen denk ik bewegingen uitlokken die natuurlijk zouden zijn. Maar als ik dan naar mijn eigen paarden kijk en observeer hoe vaak ze boven hun hoofd eten denk ik dat elk hooinet, hoe klein dan ook, te veel is omdat ze daarmee te lang in een voor hun onnatuurlijke houding staan. Dit dan nog afgezien van het feit dat ik helemaal geen fan ben van welk hooinet dan ook. (Hapgrootte verschil)
Tijdens de wandelingen in het bos valt mij ook op dat ze eigenlijk altijd doorlopen tijdens het grazen. Naar het volgende stuk met gras en kruiden loopt Noah eigenlijk altijd in stap, Hanna daarentegen trekt graag een sprintje in draf. Toen we net begonnen met wandelen bleven ze vaak op één stuk staan grazen maar nu volgen ze hun eigen route en lopen ze alvast naar de volgende plek. Begrensde oppervlakten, zoals weiden, zorgen er voor dat ze altijd in cirkels lopen en überhaupt minder lopen dan ze van nature zouden doen. Wanneer paarden zonder belemmering van hekken kunnen grazen leggen ze flinke afstanden af. (Paddock paradise Een gids voor het natuurlijk houden van paarden Jaime Jackson)
Door het wandelen met veel vrijheid (Vrij wandelen maar toch verbonden) voelen ze zich steeds comfortabeler in het bos en nemen ze vaker de tijd om rustig te drinken uit plassen en Hanna neemt zelfs wel eens een zandbad onderweg. Soms komt het voor dat er grote stukken niet veel te eten is dit komt in de winter natuurlijk vaker voor. Meestal lopen ze dan achter elkaar en echt zelden naast elkaar. Maar wie er voorop loopt is eigenlijk niet te zeggen want dit wisselt per moment. Wel is het zo dat wanneer Noah bijvoorbeeld voorop loopt hij vaak duidelijk aan Hanna laat weten dat ze er niet langs mag. Ook wanneer daar wel ruimte voor is haalt ze hem dan niet in. Dit gebeurt ook andersom. Deze constatering doet mij terugdenken aan de tijd dat ik nog bij een manege reed. Daar werd de volgorde van de paarden door de instructeur bepaald. Tijdens de les in de bak leverde dit niet zo snel een probleem op maar tijdens buitenritten kon dit nog wel eens zeer gevaarlijk situaties opleveren omdat paarden elkaar wilden gaan inhalen. Het kwam dus kennelijk niet alleen doordat de paarden uitgelaten waren door de omgeving maar ook doordat ze in een volgorde moesten lopen die ze toch niet prettig vonden.
Tijdens de wandelingen en graasmomenten is het ook interessant om op te merken dat Hanna veel minder Noah en mij in de gaten houdt dan andersom,. Zij loopt en graast gewoon haar eigen weg en het lijkt alsof ze niet op ons let. Noah daarentegen houdt ons constant in de gaten, meestal met zijn neus op de grond maar vaak komt ook zijn hoofd omhoog om te kijken waar we zijn. Hij volgt ons eigenlijk altijd wel op verschillende afstanden.
Dankzij het vele observeren weet ik dat mijn paarden goed instaat zijn om zelf te kiezen wat ze nodig hebben. Een mooi voorbeeld beschrijf ik in mijn overdenking: Aegopodium podagraria oftewel zevenblad. Wanneer je je paard tijd en toegang geeft tot een breed assortiment planten zijn ze instaat om zelf die planten te kiezen die hen op dat moment kunnen helpen. Ook laten paarden die al een langere tijd in een zeer onnatuurlijke omgeving woonden steeds meer natuurlijk gedrag zien wanneer ze daar wel de ruimte voor krijgen. Door mijn opleiding als hovenier en tuin- en landschapsontwerper kende ik al veel in- en uitheemse planten, wilde planten en onkruiden. Deze kennis heb ik zelf uitgebreid door veel zelfstudie en door een cursus fytotherapie bij de Silverlinde te volgen. Maar juist door het steeds opnieuw observeren van Noah en Hanna is mij duidelijk geworden dat dit alles zeer complex is en dat, als je je paarden hun gang laat gaan je nog het meest kan leren.