Paarden en hun darmmicrobioom

Paarden en hun darmmicrobioom


In het wild levende paarden hebben oneindige vlakten tot hun beschikking waar ze dag en nacht op zoek kunnen naar wat ze nodig hebben om zichzelf te voeden. Ze hebben de keuze uit een zeer grote verscheidenheid aan grassen en kruiden maar ook uit heesters en bomen waarvan ze niet alleen de bladeren eten maar ook de bast en soms zelfs de wortels. Daarnaast nemen ze mineralen op uit natuurlijke waterbronnen en door te likken aan bodem en stenen. Op deze manier voeden ze niet alleen zichzelf maar ondersteunen ze ook hun darmmicrobioom omdat zo wordt gezorgd voor een grote variatie aan bacteriën en micro-organismen in de darmen.

Bij gedomesticeerde paarden kan dit heel anders zijn, zeker wanneer paarden in boxen gehouden worden, beperkt toegang hebben tot soortenarme weides en bewerkt voer krijgen dat uit de fabriek afkomstig is. Net als bij mensen wordt het steeds duidelijker dat verarming van het darmmicrobioom samenhangt met onder andere de toename van welvaartsziekten. De wetenschap staat niet stil op dit vlak er wordt steeds meer onderzoek gedaan naar het darmmicrobioom van paarden. Hieruit blijkt dat de afname van de biodiversiteit in de ecosystemen, waaronder de afname van plantensoorten en dus ook van micro-organismen ook terug is te zien in de afname van micro-organismen in de darmen van onze paarden en ook bij hen is de toename van welvaartsziekten het gevolg.
Niet alleen de afname van biodiversiteit is hier de oorzaak van maar ook bijvoorbeeld hooi dat overbelast is met toxines en schimmels en het gebruik van pesticiden en herbiciden in de omgeving van paarden zorgen voor verarming van het darmmicrobioom.

Om onze paarden te helpen met een gezond darmmicrobioom zullen we het voorbeeld van de in het wild levende paarden moeten volgen. Er bestaan namelijk voor paarden geen kant-en-klare probiotica in een potje met levende micro-organismen.

Door onze paarden ook een zo groot mogelijke variatie aan te bieden kunnen ze zelf de hoeveelheid micro-organismen in de darmen laten groeien. Het is belangrijk dat paarden dagelijks toegang hebben tot deze diversiteit omdat ook het darmmicrobioom dagelijks gevoed moet worden, het is niet iets eenmaligs.

Van hooi naar gras
Om een gezond darmmicrobioom te behouden moeten abrupte overgangen in de voeding bij paarden vermeden worden. Een goed voorbeeld hiervan is de start van het weideseizoen. De overgang van de winter, wanneer paarden alleen hooi krijgen dat droog en vezelrijk is, naar het voorjaar wanneer het gras jong en sappig is geeft vaak problemen. De micro-organismen die in gesteld zijn op hooi krijgen geen voeding meer en sterven massaal af, dit is onder andere te herkennen aan zachte mest, water bij de mest, gasvorming, koliek of hoefbevangenheid.

Ondanks het feit dat hooi en gras dezelfde planten zijn worden ze door verschillende darmbacteriën afgebroken en verteerd. Jong gras bevat veel eiwit en suiker en weinig vezels. Goed hooi wordt van ouder gras gemaakt en bevat hierdoor meer vezels. Dus eigenlijk
ontkom je niet aan een reactie van de darmen bij een overgang van alleen hooi naar vers gras. Of dit nu in maart gebeurt of pas in juni, de overgang is te groot voor het darmmicrobioom. Zou je nog langer wachten tot het gras verhout is dan loop je tegen andere problemen aan, bijvoorbeeld tekorten van bepaalde vitaminen die afnemen in hooi of te eenzijdige voeding wanneer het hooi weinig grassoorten bevat.

Een manier om grote schommelingen in de voeding te voorkomen en massale sterfte van darmbacteriën te voorkomen is je paard het hele jaar rond een zo constant mogelijk aanbod te geven bestaande uit hooi, vers gras en andere verse planten die het seizoen te bieden heeft. Op deze manier ontwikkelt het paard een darmmicrobioom dat goed om kan gaan met kleine schommelingen in de samenstelling van stoffen in de planten.

De seizoenen
Zelfs in afgestorven planten veranderen de inhoudsstoffen nog langzaam hooi, ouder dan 12 maanden verliest bijvoorbeeld ook grotendeels zijn voedingswaarde. In levende planten veranderen de inhoudsstoffen ook, ze worden beïnvloed door zonlicht, veel of weinig water en de seizoenen. Toch bieden ze op het juiste moment de juiste ondersteuning.

De zomer is de tijd van overvloed. Planten groeien en bloeien uitbundig, vol met voedingsstoffen en zijn talrijk aanwezig waardoor veel afwisseling in de voeding mogelijk is. Voor de paarden is dit het moment om zoveel mogelijk voedingsstoffen op te nemen en tekorten aan te vullen. De planten bevatten ook veel energie die ook nodig is om vanaf de zomerzonnewende het lichaam voor te bereiden om de aanmaak van de wintervacht te ondersteunen, dit gaat van start zodra het daglicht weer gaat minderen.

Zomerbloeiers:
Duizendblad (Achillea millefolium) is te herkennen aan de kleine witte bloempjes die samen een scherm vormen en de grijsachtige zeer fijn vertakte blaadjes. Ze bevat onder andere bitterstoffen en tannines die de lever en de spijsvertering ondersteunen.

Grote brandnetel (Urtica dioica) is misschien wel het bekendste kruid vanwege de beruchte brandharen. Maar deze plant is rijk aan mineralen, flavonoïden en kiezelzuur. Dit zorgt voor ondersteuning van de nieren en het lymfesyteem.

Wanneer naast het afnemende daglicht ook de temperatuur gaat zakken is dit het signaal dat de tijd van overvloed voorbij is. De stofwisseling begint te vertragen en stelt zich in op de vertering van gewassen die verhout zijn en daardoor structuurrijker. Vetdepots worden opgevuld door het eten van zaden, noten en vruchten die veel vetten en mineralen bevatten. Paarden worden ook rustiger omdat het groeien van de wintervacht veel energie kost.

Najaarsplanten:
Hondsroos (Rosa canina) staat bekend om zijn bottels die je in het najaar kunt plukken. Bomvol met vitamine C zijn ze een goede ondersteuning van het immuunsysteem.

Bijvoet (Artemisia vulgaris) heeft opvallende grijsachtige bladeren aan een stevige taaie stengel. Bij het kneuzen van het blad komt de kenmerkende geur vrij, die komt van de etherische olie die samen met de bitterstoffen de spijsvertering ondersteunen.

In de winter vertraagt alles nog verder. De spijsvertering heeft zich aangepast op structuurrijk voedsel dat nodig is om het lichaam van de paarden warm te houden tijdens de koude periodes. De aangelegde reserves ondersteunen vanaf de winterzonnewende het lichaam met het aanmaken van de zomervacht. Ook al is het koud en het sneeuwt, de voorbereidingen worden dan al getroffen.

Winterplanten:
Pitrus (Juncus effusus) staat nog fier en groen rechtop terwijl alle grassen bruin en dor zijn in de winter. Door onder andere de antioxidanten wordt de antibacteriële en ontstekingsremmende versterkt.

Zomereik (Quercus robur), waarvan de bast en de vruchten (eikels) rijk zijn aan looistoffen, deze zorgen voor een samentrekkende werking en ondersteuning van de darmslijmhuid.

Zodra de dagen weer gaan lengen en de temperatuur begint te stijgen wordt de stofwisseling weer actiever en wordt de wintervacht langzaam losgelaten. Bij temperaturen rond de 5 ºC ontwaakt ook het gras en beginnen ze met het leveren van voedingsstoffen die de paarden dan nodig hebben. Zo bevatten voorjaarskruiden vaak bitterstoffen die de lever en spijsvertering ondersteunen wanneer deze weer opgang moet komen na de winter.

Voorjaarsstarters:
Paardenbloem (Taraxacum officinale) is de aankondiging van het voorjaar. Het witte sap bevat bitterstoffen en triterpenen die de natuurlijke ontgifting in het voorjaar opgang brengt.

Eenstijlige meidoorn (Crataegus monogyna): de eerste jonge blaadjes en de witte bloemen zijn zeer aantrekkelijk voor de paarden. De flavonoïden ondersteunen de bloedsomloop die in het voorjaar weer actiever wordt.

Zelf kiezen in natuurlijke voeding
Het is bijna onvoorstelbaar hoe plantenstoffen zijn afgestemd op de seizoenen maar ook op wat onze paarden nodig hebben. Zij vullen aan, ondersteunen en ontgiften precies op het juiste moment, momenten die wij als paardeneigenaar moeilijk kunnen inschatten of bepalen. Toch moeten we ons bewust zijn van hun noodzaak om het darmmicrobioom van onze paarden gezond te houden.

In plaats van angst te hebben voor planten of gras en onze paarden er van weg te houden kunnen we ze het ook in veelvoud aanbieden zodat ze zelf kunnen kiezen op welke manier ze hun darmmicrobioom in balans houden.

Wat zijn planten eigenlijk en hoe hebben ze invloed op paardengezondheid? In mijn nieuwe boek ”Waarom paarden planten eten” maken we een boeiende reis langs plantencellen, bodemschimmels, bloemknoppen en darmbacteriën en zien we hoe deze met elkaar verbonden zijn. Op die manier krijgen we inzicht in de voedingsbron van onze paarden en kunnen we bewuster keuzes voor ze maken.

Verschijnt najaar 2025!

Bronnen:
Das grosse 1×1 der Naturnahen rezepte zum selbermischen Johanna Sienknecht
Das kleine 1×1 der Wiesenzeit in der Pferdefütterung Linda Hüpel und Johanna Sienknecht

Mikrobiomfreundliche Pferdefütterung mit Michelle Dargatz
https://open.spotify.com/episode/2lDznSPZ4Dd8aqloQkuxv4?si=tm53o6u_ScKWAH52iaJEuA

Reacties zijn gesloten.