Gewoon biggenkruid en paarden

Gewoon biggenkruid en paarden

Gele bloemen, het duurt niet lang meer voordat bermen, gazons en de nog korte weides geel kleuren. In het vroege voorjaar gaat het dan meestal om Paardenbloem (Taraxacum officinale) die een waardevolle aanvulling is op een natuurlijk dieet van paarden.
Maar er zijn meer geel bloeiende planten, die soms in de eerste instantie op Paardenbloem lijken. Gewoon biggenkruid (Hypochaeris radicata) is zo’n plant die wanneer je snel kijkt verkeerd benoemd kan worden.
In de vragenlijst die ik, in februari via de nieuwsbrief, heb rond laten gaan was er iemand die mij op Biggenkruid wees met de vraag of ik de gevolgen van het eten ervan kende. Ik weet dat Noah en Molly ook van deze plant eten omdat het op verschillende plekken in onze Paardenwei+ groeit, maar zij hebben er nog nooit last van gehad. Omdat ik deze plant ken én de verhalen over de gevolgen van een te grote inname ervan, leek het mij interessant om Biggenkruid eens uit te pluizen.

Soorten Biggenkruid
Zoals bij heel veel planten zijn er vaak meerdere soorten van en ook Biggenkruid heeft nog twee gelijkende soorten. Dat is Gevlekt biggenkruid (Hypochaeris maculata), zoals de naam doet vermoeden is deze te herkennen aan vlekken op het blad maar helaas is deze soort uitgestorven. Er bestaat ook nog Glad biggenkruid (Hypochaeris glabra) en ook hier geeft de naam één van de verschillen tussen de soorten aan. Glad biggenkruid heeft niet alleen onbehaarde bladeren maar is ook in zijn geheel kleiner. De bloeistengels zijn korter, bloemhoofdjes zijn minder groot in doorsnede en het blad is ook kleiner/korter. Gewoon biggenkruid wordt gezien als een vaste plant die overblijft en Glad biggenkruid als een pioniersplant die verstoorde bodem nodig heeft om haar zaden te laten kiemen en is dus geen blijver in een gesloten grasmat. Ook Glad biggenkruid heeft het moeilijk en staat op de Nationale Rode Lijst als bedreigde soort.

Verschillende gele bloemen
Ik kan mij voorstellen het soms lastig is om planten met gele bloemen uit elkaar te houden. Vaak behoren ze ook nog tot dezelfde familie, in het geval van Gewoon biggenkruid gaat het om de composietenfamilie. Binnen de composietenfamilie heb je meerdere planten met zogenaamde lintbloemen, dit slaat op de vorm van de gele bloemblaadjes. Een bekend voorbeeld hiervan is Paardenbloem (Taraxacum officinale). Er is wel een verschil tussen de lintbloemen van Paardenbloem en Gewoon Biggenkruid. De uiteinden van de blaadjes bij Paardenbloem zijn beduidend minder diep getand dan de uiteinden van de lintbloemen van Gewoon biggenkruid. Deze getande uiteinden zie je bijvoorbeeld ook terug bij Akkerkool (Lapsana communis) maar de bloemhoofdjes zijn bij deze plant veel kleiner.

Je herkent Gewoon biggenkruid niet alleen aan de vorm van de gele bloemblaadjes maar de bloeistengel heeft ook belangrijke kenmerken. Zo is die niet hol en bevat ook geen melksap, zoals dat bij Paardenbloem wel het geval is en ook zijn de bloeistengels beduidend langer dan die van Paardenbloem. De bloeistengels van Gewoon biggenkruid vertakken iets en er komen geen duidelijke bladeren aan maar doen meer denken aan schubben, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Akkerkool.
Een grote overeenkomst tussen Gewoon biggenkruid en Paardenbloem is de bladrozet die in de grond vastzit met een penwortel. Ook de bladvorm heeft een overeenkomstig uiterlijk, lancetvormig en vaak veerspletig tot veerdelig ingesneden en bochtig getand. Maar een groot verschil is dat de bladeren van Gewoon biggenkruid behaard zijn en er geen melksap uitkomt wanneer je ze afbreekt, in tegenstelling tot Paardenbloem.


In mijn kruidenboekenverzameling, die ik altijd als eerste raadpleeg wanneer ik opzoek ben naar de werking van planten, kom ik Gewoon biggenkruid nergens tegen. Maar op internet kom ik al snel diverse Nederlandse websites tegen waar Gewoon biggenkruid beschreven wordt als eetbare plant voor mensen en konijnen. En zoals de Nederlandse naam ook aangeeft zou Gewoon biggenkruid ook graag door biggen gegeten worden.

Tot zover lijkt het allemaal in orde. Maar wanneer je Gewoon biggenkruid en paarden samen invoert komen er berichten over Australische hanentred te voorschijn, hiervan kom ik echter geen beschreven gevallen in Nederland tegen.
Australische hanentred is een zenuwafwijking waardoor de regulatie in veranderingen van de spierlengte ontregeld is. Hierdoor ontstaat een ongecontroleerde en overdreven beweging van het achterbeen/benen.

Plantenstoffen
Omdat soms gedacht wordt dat Gewoon biggenkruid de oorzaak is van Australische hanentred zijn de verschillende plantenstoffen onderzocht. Ze hebben in een laboratorium geconcentreerde extracten van Gewoon biggenkruid bij laboratoriumdieren ingespoten maar geen enkel dier vertoonde symptomen. Er kan dus niet precies aangegeven worden welke stof in Gewoon biggenkruid Australische hanentred veroorzaakt mocht dat zo zijn.

Australische hanentred
Voor mij was de aandoening niet nieuw, toevallig had ik jaren terug een aflevering van “Bondi Vet” gezien, een Australische televisieserie waarin dierenarts Chris Brown bij een ezel werd geroepen die hanentred had. In deze aflevering (zie youtube link, bronnen) werd ook over het verband tussen hanentred en Gewoon biggenkruid gesproken.

Ik heb geen onderzoeken over gevallen in Nederland kunnen vinden maar ik kwam wel twee onderzoeken uit Duitsland tegen. De eerste is uit 2009, het betreft hier een groep van acht paarden waarvan er vijf de verschijnselen van Australische hanentred hadden in de zeer droge zomer van 2008. De betroffen paarden zijn direct van de weide gehaald, vier van de vijf paarden knapten na een aantal dagen vanzelf weer op. Eén oudere ruin heeft een behandeling gehad met wisselende resultaten maar ook deze knapte na een kleine twee maanden weer op.

Een tweede onderzoek dat ik tegenkwam gaat over een gebied waarin verschillende groepen van in totaal 77 paarden leefden waarvan twaalf paarden verschijnselen kregen van Australische hanentred in de droge nazomer van 2018. Wat er voor mij in dit onderzoek duidelijk werd was er geen duidelijke aanwijzingen zijn waarom bepaalde paarden wel en andere niet ziek werden. Er is bijvoorbeeld geen overeenkomst qua leeftijd, ras of geslacht. Ook is er één paard ziek geworden maar zijn weidemaatjes niet. Tien van de zieke paarden zijn weer opgeknapt, twee paarden waren al vóór de start van het onderzoek geëuthanaseerd. In dit onderzoek heeft men ook de vegetatie van de weides onderzocht met als conclusie dat ze sterk overbegraasd waren.
De conclusie die ze getrokken hebben aan de hand van dit onderzoek is dat er geen correlatie gevonden is tussen de relatieve overvloed van de plant en het aantal en de ernst van de gevallen van Australische hanentred.

Mijn conclusie
In de opname van de Australische dierenarts Chris Brown viel mij al direct op dat de ezels op kaal gegeten weides liepen. Er was weinig ander groen te vinden dan de bladeren van Gewoon biggenkruid. Ook in de twee Duitse onderzoeken wordt er gesproken over een enorme hoeveelheid aan Gewoon biggenkruid in de wei na een zeer droge periode. De inventarisatie van de vegetatie en de hoeveelheid kale bodem geven aan dat de weides zeer overbegraasd zijn (ook gezien het Jacobskruiskruid (Jacobaea vulgaris) dat zichtbaar is op de foto) en dus eigenlijk niet geschikt voor paarden.

Officieel staat Gewoon biggenkruid niet aangemerkt als giftig voor paarden en is het hier in Nederland inheems. Dit in tegenstelling tot Australië waar het aangemerkt is als een invasieve exoot. Door de twee onderzoeken uit Duitsland is mijn idee dat het allemaal iets genuanceerder ligt dan de plant meteen als giftig te bestempelen, bevestigd. Bij een te grote inname kunnen er inderdaad symptomen ontstaan maar naar mijn idee is er dan al heel veel mis met de leefomgeving van de paarden en lopen ze ook andere gezondheidsrisico’s. Daarom moet er altijd kritisch gekeken worden naar de combinatie van weide en voeding van de paarden om ziekten te voorkomen. Onbeperkt goed ruwvoer en juist weidebeheer om afgegraasde en kapot gelopen weides te voorkomen met als resultaat dat planten zoals Gewoon biggenkruid ook geen kans krijgen om zich massaal uit te breiden. Daarnaast zullen goed beheerde weides ook beter tegen langere droge periodes bestand zijn. Op mijn weide en bij mijn paarden zie ik een kleine hoeveelheid Gewoon biggenkruid dan ook niet als een probleem.

Bronnen:
https://www.youtube.com/watch?v=jEboWDAvdNc

https://pferdeheilkunde.de/files/20090204.pdf
https://pferdeheilkunde.de/files/20210601.pdf

www.wildebloemen.info (Speciale dank aan Lidy Poot voor het beschikbaar stellen van de foto’s)
www.floravannederland.nl/planten/gewoon_biggenkruid
www.naturetoday.com/nl/nl/nature-reports/message/?msg=30922#
www.wilde-planten.nl/gewoonbiggenkruid.htm

Reacties zijn gesloten.