Stinkende gouwe en het madeliefje
Chelidonium majus en Bellis perennis
Het is toch altijd weer verbazingwekkend hoe de meest fragiele planten zich bij de eerste warme zonnestralen in het voorjaar weer herstellen en beginnen te groeien en te bloeien. De zachte kwetsbare bladeren van de stinkende gouwe (Chelidonium majus) hebben zeker wat te verduren van de vorst en koude. Maar zodra de temperatuur weer boven nul is en zeker wanneer de zon schijnt begint het herstel, ook zie je dan in de directe omgeving van de plant allemaal zaailingen boven de grond komen.
Een andere dappere zonaanbidder in het voorjaar is het madeliefje (Bellis perennis). Bij de eerste zonnestralen wordt het bloemknopje opgericht en gaat het open, het biedt dan voedsel aan onder andere de eerste bijen en hommels die onderweg zijn.
Stinkende gouwe (Chelidonium majus)
Over stinkende gouwe bestaat twijfel of de plant wel of niet giftig is voor paarden. De bladeren en stengels van stinkende gouwe zijn erg kwetsbaar en breken snel en dan komt oranjegeel sap vrij. Het sap zou irriteren op de huid en een onaangename geur hebben. Dit laatste zou wel de naam kunnen verklaren maar die ervaring dat het stinkt heb ik niet. Mijn ervaring is wel dat de kleur van het sap hardnekkig kan zijn wanneer je het op je handen of kleding krijgt.
Het oranjegele sap zou een scherpe smaak hebben en licht giftig zijn om vraat tegen te gaan. De giftigheid komt door de alkaloïden en flavonoïden die het sap bevat, uit onderzoek blijkt dat door met name de laatste de stinkende gouwe een geneeskrachtige werking heeft. De werking is antimicrobieel, antiviraal, werkt in op maag en lever, is ontstekings- en kankerremmend maar er is meer onderzoek nodig om dit onomstotelijk vast te stellen.
Terugkomend op het punt van de giftigheid voor paarden: ik heb Hanna vroeger regelmatig een paar happen van de stinkend gouwe zien nemen, dit deed ze met name in het voorjaar van de jonge verse planten. Ook Molly heb ik een paar weken geleden er een paar happen van zien eten, Noah heb ik daarop nog nooit kunnen betrappen. De planten groeien op diverse plekken bij ons op de wei maar ze worden niet massaal gegeten. Ik zie persoonlijk geen problemen wat betreft de giftigheid bij het eten van een paar happen.
Op de medicinale inzetbaarheid van stinkende gouwe medicinaal ga ik verder niet in want bij inname van grotere hoeveelheden en langdurig gebruik moet dit beslist onder toezicht van een therapeut gedaan worden. Omdat stinkende gouwe tot de papaverfamilie behoord kan een overdosering leiden tot een morfine-achtige vergiftiging.
Stinkende gouwe is een inheemse plant in Midden Europa. Ondanks de tere stengels en bladeren is het een sterke plant die je op de meest gekke plaatsen tegen kan komen, zo groeit het bijvoorbeeld vaak in voegen van muren.
Een andere groeiplaats van stinkende gouwe is bijvoorbeeld onder een heg en dan het liefste aan de zonkant maar in lichte schaduw is ook goed. Maar ook langs struweelranden en op omgewerkte grond waarbij de voorkeur uit gaat naar een voedselrijke bodem, deze mag droog of vochtig zijn.
Afhankelijk van de hoeveelheid voedsel in de bodem kan stinkende gouwe 30 tot 90 cm hoog worden. De gele bloemen verschijnen van mei tot oktober en worden graag bezocht door bijen, hommels, vliegen, zweefvliegen en dag- en nachtvlinders. Daarna vormt de plant hele dunne peultjes van 2 tot 5 cm lang waar de zaden in zitten. Wanneer de peultjes opengaan en de zaden op de grond vallen voren worden deze meegenomen door de mieren en zo verspreid, daarom kan je de plant op rare plaatsen tegenkomen.
Madeliefje (Bellis perennis)
Het madeliefje is misschien wel het meest bekende gazonplantje dat er is. Het zijn dan ook de kort gegraasde plekken in de wei waar het madeliefje voorkomt. Bij onze wei groeit het onder het draad op de overgang van het kaal gelopen pad en de wei. Zo zie je dat de paarden zelf ook een bijdrage leveren aan het vergroten van de hoeveelheid plantensoorten op de wei. Een andere plaats waar het groeit is bij de ingang van de wei, in een stuk dat afgezet is als een soort sluis om makkelijk in en uit te kunnen. Doordat het een doorgang is waar veel gelopen wordt en omdat Noah en Molly er vaak even mogen grazen voordat we gaan wandelen staat dit korte gras vol madeliefjes. Wanneer ze daar grazen eten ze het gras gemengd met madeliefjes, ik heb nooit gezien dat ze alleen madeliefjes aten.
Dit inheemse plantje is niet kieskeurig wat betreft de grondsoort en de zuurgraad van de bodem. Wel is het madeliefje gevoelig voor bemesting, bij te weinig of juist te veel verdwijnt het dan ook en als het gras niet kort gehouden wordt kan het zich ook niet handhaven. Het madeliefje blijft daar waar veel betreding is laag, zo’n 5 cm, maar kan ook wel 15 cm hoog worden. Vooral op zonnige plaatsen zijn de witte bloempjes met de gele hartjes het meest te vinden, overigens kunnen de witte bloemblaadjes ook verkleuren naar roze/paars. Wanneer de temperatuur het toelaat kan dat het hele jaar door zijn maar de hoofdbloei is tussen april en september. Dan worden de bloemen graag bezocht door bijen, hommels, vliegen en zweefvliegen.
Dat het madeliefje een waardevolle plant is voor de paarden blijkt ook uit de inhoudsstoffen. Zo bevat het madeliefje onder andere flavonoïden, saponinen, etherische olie, inuline en bitterstoffen. Ook nog vitamine A en C en de mineralen calcium, magnesium en kalium. In de fytotherapie wordt het madeliefje ingezet bij spijsverteringsproblemen en problemen aan de luchtwegen, daarnaast ondersteunt het de stofwisseling, is bloedzuiverend en bij huidproblemen kan het ook uitwendig ingezet worden.
Ik kwam ook nog tegen dat het madeliefje ook gezien wordt als de inheemse variant van valkruid (Arnica montana). Het wordt namelijk, net als valkruid, ingezet bij kneuzingen en zwellingen.
Stinkende gouwe en het madeliefje zijn twee veel voorkomende planten en beide zijn een waardevolle aanvulling op de flora van onze wei. De eerste wordt zeer incidenteel gegeten en de andere gaat gewoon met het grazen mee naar binnen. Beide hebben een geneeskrachtige werking maar in een andere gradatie, de paarden laten mij zien dat zij daar perfect mee om kunnen gaan en dat ze weten wat ze kunnen eten.
Bronnen:
Groot handboek geneeskrachtige planten, Dr. Geert Verhelst
Kräuter für Pferde, Claudia Liath
Paardenplanten, Natuurlijk gezond voedsel voor paarden, Margot den Ouden
The complete herbal handbook for farm and stable, Juliette de Baïracli Levy
www.ecolonie.eu/nl/projecten/plant-van-de-maand/madelief-bellis-perennis
www.ecopedia.be/planten/madeliefje
www.ecopedia.be/planten/stinkende-gouwe
www.hunebednieuwscafe.nl/2020/06/stinkende-gouwe-een-geneeskrachtig-kruid-met-een-luchtje/
www.kruidenmassages.nl/madeliefje.html
www.mens-en-gezondheid.infonu.nl/natuurgeneeswijze/198911-madeliefje-gezondheidsvoordelen-en-inhoudsstoffen-madelief.html
www.waterwereld.nu/stinkendegouwe.php
www.wikipedia.org/wiki/Stinkende_gouwe
Het voeren van de door mij besproken planten aan paarden is volledig op eigen risico. Ik beschrijf louter de observaties van mijn eigen paarden en ben geen arts of therapeut. Bij ziektes altijd een arts of kundige therapeut raadplegen.