Voeding

Voeding

Over wat we paarden moeten voeren gaan vele verhalen en ideeën rond. Maar wanneer voeden we onze paarden echt?

Het spijsverteringsstelsel van paarden is ingericht op ruwvoer. Uit het ruwvoer haalt het paard alles om het lijf optimaal te verzorgen. Het ruwvoer moet zo gevarieerd mogelijk zijn. Door veel variatie aan te bieden kan een paard zelf kiezen wat hij/zij nodig heeft. Gelukkig weten paarden van nature wat goed voor ze is en waar ze op dat moment behoefte aan hebben. Elk paard is anders, met andere behoeften. Maar ook de samenstelling in de planten verandert door de wisselingen van weer, maand en seizoenen. Dat maakt het voor ons onmogelijk om in te schatten wat een paard precies op een bepaald moment nodig heeft. Eigenlijk weten we nog maar heel weinig over hoe het er nu echt in een paardenlichaam aan toe gaat.

Denk er wel aan dat je elke verandering in het dieet langzaam introduceert en kijk hoe je paard erop reageert. Dit geldt ook voor de hoeveelheid voedsel. Paarden moeten onbeperkt toegang hebben tot ruwvoer, zoals goed hooi, en het liefste ook onbeperkte weidegang. Ideaal is minimaal 1 ha per paard. Dit is echter lastig omdat velen van ons maar een beperkte oppervlakte aan weide hebben. Dan is het zaak om het zo te regelen dat ze dagelijks hun portie groen krijgen, maar niet de wei helemaal kaal eten. Het is van groot belang dat de weide tijdig kan herstellen.

Weidegang
Ik noem het bewust weidegang en geen gras. Een weide hoort rijk aan verschillende soorten grassen, vlinderbloemigen en kruiden te zijn. Een natuurlijke weide is een weide die alle stadia heeft doorlopen, van kort rijk gras in het voorjaar tot lang uitgebloeid gras in de nazomer. Bij een goede weide hoort ook een gezonde, humusrijke bodem. We willen de weide tenslotte gebruiken als voeding en niet alleen als buikvulling.

Paarden hebben vers gras nodig omdat een aantal voedingsstoffen teruglopen of verdwijnen nadat het gras gemaaid en gehooid is. Vers gras is rijk aan vitamine A en E en bètacaroteen.

Hooi
Hooi is vergelijkbaar met het lange dode gras dat er in de winter nog te vinden is voor de paarden. Omdat dit een groot deel van de ruwvoervoorziening vormt, is de kwaliteit belangrijk. Goed hooi is natuurlijk afgerijpt; je vindt er dan bloeistengels in, niet enkel blad. Het hooi is rijk aan diverse soorten grassen en kruiden. Raadzaam is ook om verschillende soorten hooi aan te bieden. Hooi van verschillende bodems bevat ook verschillende samenstellingen van voedingsstoffen.

Haver
Biologische, onbewerkte haver is een bron van o.a. calcium, fosfor, lysine, natrium, magnesium en kalium. Dit is een uitbreiding op de diversiteit die je je paard wil aanbieden. Haver is het meest licht verteerbare graan en bevat weinig gluten. Haver bestaat uit de zaden uit de bloeiwijze van de plant, net als bij gras. Zaden zijn levenskracht; als je ze in de grond stopt ontkiemen ze tot nieuw leven! Daarom is het ook raadzaam om hele haverkorrels te voeren en geen geplette. Door de bewerking gaan voedingsstoffen verloren en is het haver minder goed houdbaar. 

Planten
Zoals gezegd hebben paarden veel ruwvoer nodig (ruwe celstof). Er zijn nog veel meer bronnen dan alleen gras, hooi en haver. Er zijn heel veel kruiden, struiken en bomen die door paarden gegeten kunnen worden. Ze bevatten niet alleen veel ruwe celstof, maar ook veel vitamines en mineralen.

Groenten en fruit
Biologische groenten en fruit zijn ook een mooie aanvulling op het dieet van een paard. Erg leuk om te kijken wat je paard wel en niet lust of nodig heeft.

Mineralen
Omdat het voor ons niet mogelijk is om precies in te schatten wat onze paarden nodig hebben, is het een uitkomst om ze zelf te laten kiezen. Daarom raad ik aan om de mineralen los aan te bieden. Hierbij kan je denken aan:

  • dolomietsteen (rijk aan magnesium en calcium)
  • kopersulfaat (bevat koper)
  • zwavelsteen
  • himalaya-zout
  • keltisch zeezout
  • zeewier  (bevat borium, zorgt voor een goede opname van magnesium en calcium)
  • groene leem

“Laat voedsel uw medicijn zijn, en uw medicijn voedsel. ” Hippocrates